Reglementen: de strafbox bij stayerwedstrijden

 In Algemeen

De werkgroep wedstrijdofficials (WGWO) helpt atleten, teamcaptains en wedstrijdorganisaties graag bij het verduidelijken van de spelregels. De regels gelden immers voor ons allemaal, maar soms is een beetje extra toelichting en een kleine reminder wel zo handig…

Deel 3 van de serie blogs gaat over tijdstraffen bij stayerwedstrijden.

Dit artikel gaat in op de tijdstraffen bij stayerwedstrijden voor de Nederlandse elite: de eredivisie. Er is sprake van een straf- of penalty box op het loopparcours. De eerste tip is om vooraf te kijken waar deze box zich bevindt en hoe de nummers op het bord worden gepubliceerd. Het niet uitstaan van een tijdstraf betekent onherroepelijk diskwalificatie. De box bevindt zich meestal aan het einde van iedere loopronde. Een atleet met een tijdstraf beslist zelf in welke ronde de straf genomen wordt. De wedstrijdleider is verplicht de aankondiging van de straf, vóór de atleet de helft van het looponderdeel heeft afgelegd, op het bord te laten verschijnen. Bij drie te lopen ronden, moet het nummer dan ook in de eerste ronde op het bord staan en niet pas aan het eind van de tweede ronde. In Weert worden zes ronden gelopen en dient het nummer dan ook uiterlijk aan het eind van de derde ronde op het bord te staan. Als bewijs maakt de official hier een foto van. Jouw coach of teamcaptain kan zich naast de box opstellen om jou te waarschuwen indien jouw startnummer op het bord staat.

De straf nemen

Je gaat de box in en als je stil staat start de official de tijdtelling. Tijdens die 10 of 15 seconden meldt de official waarom je de straf hebt gekregen. Indien de atleet tijdens de tijdtelling een activiteit uitvoert (veters strakker, bidon aannemen e.d.) dan start de tijdtelling weer van voor af aan. Bij sprintafstanden is de tijdstraf steeds 10 seconden. Bij de Olympische afstand 15 seconden.

Waarvoor wordt een tijdstraf gegeven?

De tijdstraffen die veroorzaakt worden door een start vóór het startsignaal en tijdens het zwemonderdeel worden in de eerste wisselzone uitgestaan (dus niet in de strafbox).
De tijdstraffen die veroorzaakt worden in de eerste en tweede wisselzone, tijdens het fietsen en tijdens het lopen worden in de strafbox uitgestaan. Voorbeelden van strafbox tijdstraffen zijn:

  • Parcours verlaten en niet op zelfde punt terugkeren
  • Fiets buiten de eigen ruimte in de wisselzone hangen (50 cm binnen nummer)
  • Spullen buiten de eigen ruimte in de wisselzone achterlaten of niet in de box achterlaten
  • Fiets de verkeerde kant op of aan één remgreep hangen
  • Helm niet vast als met de fiets in de wisselzone gelopen wordt
  • Te vroeg op de fiets stappen of te laat afstappen
  • Gebruik van palen, bomen of andere vaste elementen om sneller een bocht te maken.

Diskwalificaties

De lijst met diskwalificaties is vele malen langer. Een diskwalificatie wordt in sommige situaties door een waarschuwing voorafgegaan, maar kan ook direct worden gegeven. Voorbeelden hiervan zijn:

  • Gedrag: grof taalgebruik, onacceptabel gedrag, onsportief gedrag, onreglementair contact, fraude, niet opvolgen van instructies van een official, ongeoorloofde hulp aannemen, infietsen op het parcours terwijl een andere startserie bezig is.
  • Te corrigeren fout: afwijken van het parcours, incorrect dragen startnummer, dragen van zaken die voor zichzelf of anderen gevaarlijk kunnen zijn.
  • Direct diskwalificatie: spullen achterlaten op het parcours, gebruik van niet toegestane uitrusting of externe voertuigen of objecten, overtreden van verkeersregels, meedoen met ontbloot bovenlijf, blokkeren van een startpositie, met de helm los of zonder helm op fietsen, met helm op lopen, een andere fiets of fietsonderdeel gebruiken dan bij de check-in is gecontroleerd, lopen zonder schoenen aan, kruipen op het loopparcours, oplopen met atleten die in een andere ronde zitten.