Statistiekjes om van te smullen: het seizoen is begonnen

 In Eredivisie

Dat was me het Weertje wel, afgelopen weekend. Het Eredivisieseizoen 2014 is begonnen met een zonovergoten NK Olympische afstand bij de MLA Stadstriathlon in Weert, en daarmee zijn er ook weer nieuwe wedstrijdstatistieken. Net als bij vorige wedstrijden heb ik hier weer uitgebreide spreadsheets met fietsgroepen en percentages van gemaakt. De links daarnaar vind je onderaan dit artikel.

Deze keer vergelijken we alle wedstrijden in de Lotto Eredivisie over de Olympische afstand tot nu toe: Veenendaal 2012 en 2013, en Weert 2014. We kijken nu naar de eerste 80% van het veld. In 2014 is de competitie bij de dames versmald van elf teams naar tien, terwijl deze bij de heren is gegroeid van zeventien naar twintig. Dit lijkt zijn weerslag te hebben op het wedstrijdverloop.

Zoals we in deel 3 van deze serie hebben gezien, was er in de wedstrijden tot nu toe een toenemende prestatiedichtheid. Atleten finishten steeds dichter bij elkaar. Het werd moeilijker om een hoge positie in de wedstrijd te halen. Zet deze lijn zich door? Allereerst een blik op het zwemmen bij de vrouwen.

Nog even een opfrisser voor wat we hier zien: een visuele weergave van hoe dicht het veld aan atleten bij elkaar zat na het zwemmen, in procenten.  De onderste groene baan staat voor de snelste 10% van de zwemmers. In Weert eindigden deze atleten binnen 3,36% van de snelste zwemster Danne Boterenbrood.

We zien in de grafiek dat het voorste gedeelte van het veld, de eerste 40%, in Weert dichter bij elkaar zat. De verhouding in de rest van het veld is ongeveer hetzelfde gebleven.

Dit was in het verdere wedstrijdverloop ook terug te zien: voor in het veld vormden zich enkele sterke fietsgroepen van rond de zes atletes, die niet al teveel tijd verloren op de leidster in de wedstrijd. Daarachter waren de fietsgroepen meer versnipperd en waren de tijdsverschillen groter.

Bij de mannen was er op het zwemonderdeel sprake van een kopgroep van acht atleten die flinke afstand nam op de rest van het veld. Daarin zaten onder andere kanshebbers Evert Scheltinga en Martijn Dekker, en de uiteindelijke winnaar Youri Severin. In de grafiek zien we dit doordat de onderste groene balk breder is dan in de eerdere wedstrijden in Veenendaal.

De gekleurde banden daarboven komen wel dichter bij elkaar. Ook dit zagen we terug in het wedstrijdverloop: achter de kopgroep van acht die samen uit het water kwam, ontstonden grote fietsgroepen van vijftien tot twintig atleten.

Verschillen aan de meet

Waren de verschillen bij de vrouwen aan de meet weer kleiner dan vorig jaar in Veenendaal? De grafiek geeft het antwoord.

Het antwoord is “nee”. Het veld zat in Weert ongeveer even dicht op elkaar als in Veenendaal 2013. Er was weer sprake van een kop-staartoverwinning: Danne Boterenbrood maakte zich los van de rest van het veld, en de achtervolgende atletes kwamen niet meer in de buurt.

Bij de mannen heeft de toenemende prestatiedichtheid wel doorgezet, en niet zo’n beetje ook:

Iedere gekleurde band is bij Weert 2014 weer smaller. Interessant hierbij is dat zelfs tot achterin het veld het niveau toeneemt. Tekenend is dat in Veenendaal 2012 een tijd van 12% achter de winnaar genoeg was voor een positie bij de beste 40%; in Weert 2014 was dit nog slechts genoeg voor een plaats bij de beste 80%. Praktisch betekent dit dat er in Weert weinig mannen meer startten die het niveau in de Eredivisie echt niet bij kunnen benen.

Tot bij de volgende wedstrijd in de Lotto Eredivisie, het NK Sprint op 8 juni in Amsterdam!

Uitslagen NK Olympische Afstand Weert met fietsgroepen en percentages

Vrouwen / Mannen

//